![]() Het leek allemaal een voorspoedige reis te worden. |
![]() Achter me zag het er prachtig uit.
|
![]() Maar voor me was het een natte boel. |
![]() Na een lange reis is het heerlijk je weer geborgen te voelen. |
![]() De herfst had duidelijk z'n intrede gedaan |
![]() De vogels voeren hier zichzelf prima. |
![]() De kou deed al gauw z'n intrede |
![]()
|
![]()
|
![]() Het blijft een prachtig gezicht |
![]() |
![]() |